zaterdag 21 mei 2022

"It films like a warm gun"

Dit blogbericht is een verbeterde versie van mijn vorige blogbericht. Ik heb daar het chagrijn uit gehaald, waarop er weer ruimte voor andere zaken ontstond. 

Ik probeer een artikel te publiceren, maar misschien lukt dat niet (wat zegt u, altijd positief blijven? Ja, absoluut). Er zijn drie hinderende factoren in het spel: nieuwswaarde (het boek van Sullivan is al van de Nederlandse markt gehaald), auteurswaarde (wie bént u, als ik het vragen mag, nee, u begrijpt ons niet, dat was geen vraag) en wespenwaarde (het is een nogal netelige kwestie). Punt 2 is overigens onlangs verbeterd: een bekende expert heeft mijn stuk op inhoud gelezen en goedgekeurd. Met de hoge factor 3 die met betrekking tot het onderwerp speelt moet dat denk ik ook wel. En misschien is het nog niet genoeg. *

Dus zet ik ook het een en ander op mijn, spaarzaam gelezen, blog. Erg nieuw is het inmiddels niet meer, het meeste heb ik al zo ongeveer beschreven in eerdere berichten.

"It films like a warm gun". Vince Pankoke zegt het echt. In 60 Minutes van CBS. "It": het door hem gevonden anonieme briefje. Hij bedoelt te zeggen: "it feels," maar dat komt er niet uit.

Er zijn twee dingen in het coldcase-onderzoek die ik in de loop van de afgelopen maanden ontdekt heb: er is nauwelijks materiaal uit de dagrapporten van de Amsterdamse politie gebruikt én relevante delen van het onderzoek van Van Helden zijn er niet in benoemd. 

Van Helden heeft bij Lages en Aus der Fünten namelijk doorgevraagd op hun bekendheid met Arnold van den Bergh. En één van hen op zijn bekendheid met de in het anonieme briefje aangehaalde lijsten. Van bekendheid bleek, in alle drie gevallen, geen sprake. 

Dit staat niet in het boek van Sullivan. Het staat zelfs niet in het tegenrapport van de critici, dat in maart werd uitgebracht.  

Naar mijn mening - ik heb hier lang over nagedacht en toch geen bewijs - lag de focus van Vince Pankoke zozeer op het anonieme briefje, "buried in some old files" (CBS), dan wel in een "flinke stapel paperassen" in de huiskamer van Van Helden (Sullivan), dat de papieren óm het briefje heen niet meer zijn bestudeerd. "Vince weet nog dat hij zijn opwinding probeerde te verbergen" toen hij de stapel papieren zag: "tientallen originelen en doorslagen van praktisch alle bladzijden van het onderzoek van 1963-1964 [..]. Onderop de stapel vond Vince waar hij naar op zoek was." Dat was, blijkt uit de beschrijving van het document, het befaamde briefje. (Sullivan, p. 268 - 270) 

De aandacht was zo gericht op de vis, waarop door Pankoke inmiddels de jacht was geopend, dat de krant eromheen ademloos werd weggeworpen.

De krant waarin - en dit maar ten dele bij wijze van spreken - stond: "Dit is geen vis."



* Ik heb ook nog niet zoveel kanalen geprobeerd....

Inmiddels wel wat meer en ik kom er totaal niet door. Behalve dat het natuurlijk vervelend is, zet het me ook aan het denken. Mijn bevindingen heb ik zeer goed gecheckt en afgecheckt. Daaraan ligt het niet. Wél zijn ze mosterd na de maaltijd, in de zin althans dat de kwestie eigenlijk al is afgedaan. 

Ik denk er hard over na. Wat hier precies gebeurt. 



  

 


zondag 1 mei 2022

Kijken, kijken, dan verkopen

Zoveel wegen als er naar Rome leiden, zoveel mensen leiden naar het verraad van Anne Frank.

Ik heb de mensen noch de wegen geteld. Maar het zijn er zeker wel 85 à 87.

Toch meent een team, geleid door een Amerikaan en beschreven door een Canadese, te kunnen stellen dat het de dader gevonden heeft. De enige aanwijzing hiervoor is een anonieme brief. Alle andere aanwijzingen bestaan niet of ontkrachten de aanname zelfs.

Het team, bij monde van de leiders Pancoke en Van Twisk, beroept zich op het gebruik van forensische methodes. Maar de politierapporten van de Amsterdamse politie zijn amper bekeken. Ik heb daar zelf in ieder geval alleen maar voorbeelden van gezien.

In 2021 is het archief van Van Helden, de politieman die een dikke halve eeuw geleden het verraad van Anne Frank onderzocht, aan het Amsterdams Stadsarchief geschonken. Ik stuitte erop, toen ik uit arre moede maar eens zocht op de naam van een van de bij de overval betrokken politiemensen 'Gezinus Gringhuis' (in het archief staan zoveel gegevens, dat het soms maar het beste is om lukraak wat uit te proberen - soms is het raak en meestal niet). 

Ietwat lusteloos bladerde ik erdoorheen. Ik had al zoveel documenten gezien, en er waren al zoveel nieuwe slachtoffers in Marioepol bij gekomen, ook dat.

Het was uitgebreid, zag ik. Miep Gies had de datum van de arrestatie van de onderduikers niet precies in haar hoofd en haar man Jan had vanaf de brug over de Bloemgracht naar diezelfde arrestatie staan kijken. Dat deden wel meer mensen, de plek, zo'n beetje tegen de woning van de een avond eerder gearresteerde overbuurjongen aan, bood goed zicht.

Ik haalde mijn schouders op, gooide het dossier dicht en besloot een paar dagen later voor de zekerheid nog maar een keer te kijken. Dat doe ik wel vaker en meestal leidt het tot niets.

En toch. Het was toen dat ik zag dat in een verklaring, geschreven door de politiemedewerkers Bolwerk (met een 'V', niet 'B', maar de automatische corrector meent hardnekkig beter te weten) en Van Helden in 1964 wordt gemeld dat Ans van Dijk twee dagen voor de arrestatie van de onderduikers in het Achterhuis nabij wonende Joodse onderduikers had verraden.

Twee dágen ervoor (en niet enkele weken - dat zij Joodse onderduikers in de buurt van Anne Frank had verraden was al wel bekend) . Terwijl de optie Ans van Dijk als dader in de literatuur, ook in het boek van de Canadese, meestal wordt weggeblazen onder het mom van: zij zat toen in Zeist, en dus zal ze het wel niet gedaan hebben. 

Kennelijk was dit verblijf in Zeist op twee augustus voor Ans van Dijk nog geen beletsel bij het doorgeven van wat nieuwe namen. Of was ze nog gewoon in Amsterdam? Maar, toegegeven, in Zeist lagen ook gewoon telefoonlijnen. En de treinen reden in de zomer van 1944 ook nog.

Ook heeft Van Helden twee kopstukken van de S.D. nadrukkelijk gevraagd naar A. van den Bergh. De naam werd niet herkend. De door de anonieme briefschrijver aangehaalde lijsten deden (hierop is één van de twee mannen bevraagd) evenmin een bel rinkelen. In het boek van Sullivan wordt van dit alles geen melding gemaakt.

Ik deed opnieuw het dossier dicht en vroeg mij, voor de zoveelste keer, af of de onderzoekers van het coldcase-team deze informatie wel hadden gezien. Het is een beetje: als je een nieuw huis koopt, wil je erop kunnen vertrouwen dat de vloer gefundeerd is.

Er gaat een boek de wereld-buiten- Nederland rond waarin een Joodse notaris als dader wordt aangemerkt. Er is geen bewijs voor het verraad, er is, werkelijk, alleen die anonieme brief. 

Wie kijkt, echt kijkt, ziet hoeveel mogelijke kandidaten voor het verraad zijn. Als ik mijn best doe, kan ik u er 8, of misschien zelfs 87, geven. (Ze zijn natuurlijk niet allemaal even waarschijnlijk, sommige zitten op het niveau van de notaris.)

Iedereen kan dat. Iedereen, die kijkt.