Op 20 december 1941 begeeft zich een zeventienjarige student naar het politiebureau Leidseplein: zijn fiets is gestolen. De agent van
politie noteert zijn naam als ´Sapekuiper´. Waardoor de aangifte er voor mij, er
worden in de oorlog duizenden aangiftes van gestolen fietsen gedaan, toevallig uit
springt. (Al die aangiftes, die meestal drie tot vier regels per stuk in beslag
nemen, spellen: je kúnt het doen. Technisch gesproken.)
Op 22 juli 1943 verschijnt de naam van Sape Kuiper nogmaals
in het meldingsrapport van het Bureau Leidseplein: zijn fiets is in de kelder gezet. Met pen is de opmerking aan het getypte
verslag, waarin een heel wat grotere gebeurtenis centraal staat, toegevoegd.
Sape Kuiper zelf is dan al met de auto naar de Euterpestraat
gebracht. Hij woont in die straat. Maar hij wordt niet naar huis gereden: het
gebouw van de Sicherheitsdienst is het doel van de rit. Hij reist samen met degene met wie hij die middag een tandarts om het leven gebracht heeft. Een tandarts voor wie in een ondergronds blad in het voorjaar van 1942 al gewaarschuwd
wordt. In juli 1943 komt Kuiper erachter dat de, half-Joodse, man Joodse patiënten aan de
Sicherheitspolizei verraadt. Een week eerder heeft hij dan al (op een speciaal voor de gelegenheid geleende fiets) tevergeefs
geprobeerd een aanslag op het leven van politieman en Jodenjager ´Pietje
Poppesnor´ te plegen.
Nadat hij zijn schoten heeft gelost zoekt Kuiper een manier
om te vluchten. `Hij had geen fiets. Het dienstmeisje hoorde het schot en
gilde. (..) Daarom pikte hij de eerste de beste fiets.´ Er werd ´Houdt de dief!´
geroepen. Een glazenwasser ´gooide zijn ladder dwars over de weg.´ Aldus Hermans in
het Boekenweekgeschenk van 1993. De politierapporten onthullen over dit stuk
van het verhaal niets.*
Nadat zijn fiets in de kelder van het bureau is gedeponeerd,
komt Sape Kuiper niet meer in de politierapporten voor. Wel verschijnt zijn
naam nog in veel kranten: op 30 september wordt hij door het
Polizeistandgericht tot de dood veroordeeld. Een dag later wordt hij, negentien
jaar oud, gefusilleerd. Net als, aldus een kop in de Utrechtse Courant van 4
oktober, achttien andere ´saboteurs en terroristen´.
* De lezing van
Hermans is ´plausibel´ volgens historicus Wiebe de Graaf, wiens overgrootvader
de vader van Sape Kuiper was, in: ´Ik ben zelf aansprakelijk voor mijn dood; Taco
Kuiper 1894 – 1945´
<< Homepage