Van oude wijn en nieuwe cola light
Ik voer dit blog. Niet al te fanatiek meer (de mogelijkheid om te reageren is daarom uitgeschakeld, reacties kunnen vanzelfsprekend wél naar het adres bij mijn profiel). Maar het gaat over de oorlog. En dan vooral over de vervolging van (Amsterdamse) Joden. Ik kom er daarom niet helemaal onderuit om een tekst te wijden aan datgene waaraan ik liever helemaal geen woorden zou willen vuilmaken.
Dit betreft de vergelijking die wordt gemaakt tussen de vervolging van Joden destijds en de maatregelen die nu tegen ongevaccineerden worden genomen.
Eerder schreef ik op dit blog een stukje over een Joodse Amsterdammer, die, recht tegen de (op dat moment nog maar pas ingevoerde) Verordening 138 in een café op het Leidseplein bezocht. Een ingekorte versie:
Op en rond het Leidseplein wemelde het, ook in oorlogstijd, van de café´s. Tot half september 1941 kon iedereen daar terecht: Joden zowel als niet-Joden. Maar vanaf 15 september 1941 waren, na invoering van Verordening 138, Joden er niet meer welkom. Bezoek aan café’s, schouwburgen, parken, bibliotheken (o.a.): het werd voor Joden allemaal verboden.
Op 19 september 1941 bevonden zich onder de bezoekers van één van de café´s op het Leidseplein een sergeant (Feldwebel) van de Wehrmacht en een beeldhouwer. Om 20.45 uur liepen zij samen het politiebureau in. Nadat de Feldwebel daar zijn relaas gedaan had, bleef alleen de beeldhouwer achter.
De beeldhouwer verklaarde op het bureau dat hij ´inderdaad jood´ was en de verordening niet kende. De politie leek daar niet echt een antwoord op te hebben. Om 22.35 uur werd, nadat proces-verbaal tegen hem was opgemaakt, de beeldhouwer ´niets ten zijnen laste hebbende´ heengezonden.
Ik zie vier verschillen tussen de situatie van de beeldhouwer destijds en de ongevaccineerde burger van nu.
De beeldhouwer mocht sowieso het café niet in. Ook niet als hij eerst even de, toen ook al bestaande, GG en GD bezocht. (2G is tot nog toe, in Nederland, hypothetisch.)
2) De beeldhouwer werd weggehaald uit het
café omdat men vermenging met het niet-Joodse deel van de bevolking wilde voorkomen.
Verordening 138 maakte deel uit van een groter plan: verwijderen van Joden uit
de hele samenleving. Ongevaccineerden zijn (alvast uitgaande van een 2G) niet
welkom omdat men wil voorkomen dat zij ziek worden, dan wel mensen om hen heen
besmetten.
3) Op het overtreden van Verordening 138
stond een strenge straf. De beeldhouwer had nog de mazzel dat de politie zo
vroeg na de invoering ervan niet goed raad met hem wist, maar iets later in de
oorlog werden de zeldzame Joden (oftewel personen ‘van joodsen bloede’, dit is
een citaat uit een politierapport) die betrapt werden op het vertoeven op voor
hen verboden plaatsen probleemloos naar de Sicherheitsdienst doorgestuurd.
4) De Verordening was ingevoerd door de Duitse
bezetter. Over de regels voor ongevaccineerden wordt op dit moment (eindeloos?) gedebatteerd
door een democratische, Nederlandse regering.
De maatregelen van nu en toen kennen ook twee overeenkomsten:
1) Ze waren, en zijn, van tijdelijke aard.
2) Ze dienen, dan wel dienden, om een probleem op te lossen. In het ene geval de aanwezigheid van een door de Duitse bezetter ongewenst geachte bevolkingsgroep. In het andere geval de aanwezigheid van een virus.
<< Homepage