maandag 21 februari 2022

Nieuw, mogelijk scenario: de overbuurjongen van Anne Frank (vervolg)

In de vorige blogberichten komt het woord ‘verbijstering’ nogal eens voor. Deze ben ik inmiddels te boven. Aan mijn, aanvankelijk ietwat gekscherende, notitie over de overbuurjongen van Anne Frank valt nog het een en ander toe te voegen. Vandaar deze follow-up. Mocht een lezer zich afvragen: waarom zet ze deze zaken op een blog? Kan het niet naar een krant of tijdschrift, of zo? Ja, dat kan, maar tot nu toe kom ik er niet erg door. Ik heb geen naam. Ben socioloog. Geen historicus. Heb de 's' nooit van mijn titel laten schieten en heb de 'p' en de 'r' nooit tot één woord samen gepakt. Ik zet mijn bevindingen dus maar op mijn blog. Ben ik mijn 'e' plus 'i' kwijt, heb ik toch de 'c' van mijn rechten, ja en verder, tja, wat kan ik nog zeggen, je leeft maar één keer. Dat zeg ik dan om deze uitweiding af te ronden. Ik kan mezelf kortom niet verkopen, wel gratis weggeven. En ook dat, beste lezer/es/X/*, is een talent. Bereikbaar ben ik via de '@' op mijn profiel en verder laat ik mijn idealen maar varen.

“Ik heb geen naam,” schrijf ik, maar die heb ik natuurlijk wel. Ik deel mijn naam (en Zeeuwse afkomst) met die van verzetsstrijder Ko Stevense. Hij werd een paar dagen voordat de oorlog afliep voor zijn woning doodgeschoten. Die woning lag aan de Bloemgracht. Reden waarom ik deze jaren terug al eens aan een nadere inspectie had onderworpen. Anne Frank had ik daarbij ook wel in het achterhoofd, maar het zoeken naar de verrader had ik tegen die tijd eigenlijk opgegeven. 

De Bloemgracht was in de oorlog een woelige boel. Er woonden nogal wat mensen met nationaalsocialistische voorkeuren. Er bevond zich ook een NSB-Kringhuis aan de gracht. Dat gebouw lag niet heel dichtbij het Achterhuis, maar de aanwezigheid van het pand maakte wel dat te er flink wat nationaalsocialistisch verkeer met regelmaat door de buurt trok.

Nu wil het geval, deze informatie stond nog niet in het eerdere blogbericht, dat ook de overbuurjongen van Anne Frank uit een nationaalsocialistisch nest kwam. Zo verloofde zijn zus, staat in een advertentie in het Nationaal Dagblad uit 1943 te lezen, zich met een Sturmmann van de NSKK (NationalSozialistisches KraftfahrKorps). Dat is informatie die via Delpher te vinden is. Uit de kaart van de vader, in het Stadsarchief van Amsterdam, wordt duidelijk dat hij en zijn aanstaande schoonzoon op dezelfde politieke lijn zaten. Dit alles maakt dat de onthulling van de informatie door de vader en/of de zoon op – letterlijk - de vooravond van de ontmaskering van de onderduikers in het Achterhuis simpelweg niet ondenkbaar is.

Het coldcase-team heeft, zo staat in het boek beschreven (p. 156) de Bloemgracht niet meegenomen in het buurtonderzoek. Wel de Leliegracht en het vlakbij het Achterhuis in de buurt liggende deel van de Prinsengracht en de Keizersgracht. Het heeft, samengevat, de panden bestudeerd van waaruit (mogelijk) sprake was van zicht op het Achterhuis.

Maar Anne Frank beschrijft in haar dagboek hoe zij soms via de ramen van het kantoor een blik op straat, met de daar lopende mensen, wierp. Zijzelf kan gezien zijn, of een andere onderduiker, die er geen dagboek op nahield. Het kan opgevallen zijn dat er toch wel erg veel boodschappen bij het bedrijf werden afgeleverd. Enzovoort, enzovoort, enzovoort: in 1944 waren veel mensen op de hoogte van het bestaan van de onderduikers, of hadden daar toch tenminste een sterk vermoeden van. Daar vertel ik helemaal niks nieuws mee.

En stel. De jongen of de vader hebben zich op het politiebureau inderdaad iets laten ontvallen in de trant van: "Pak eerst die Joden van de overkant maar eens aan." Of; "Hoezo is het nou zo'n ramp dat ik een paar wortels wilde stelen, terwijl aan de overkant van de gracht een stel Joden ons eten loopt op te souperen!" Zelfs is het, gezien de kringen waarin de vader bivakkeerde, mogelijk dat hij ervoor voelde een vergoeding te incasseren. Joden verraden, dat leverde geld op. Geld om wortels mee te kopen, bijvoorbeeld.

Ik noem maar wat mogelijkheden. Mogelijkheden die niet uit te sluiten zijn.

En, ja. Misschien reageerden de agenten aanvankelijk niet eens heel geïnteresseerd (of wel, natuurlijk). Maar ging er wellicht eentje toch nog eens in de boeken kijken. Was er niet wat aan de hand met dat pand?

Inderdaad. Er was wat aan de hand met het pand. Er was geknoei geweest met distributiebonnen, door enige vertegenwoordigers van het bedrijf. En er was de inbraak geweest. “De woonplaats van de eigenaar kon niet vastgesteld worden,” noteerde de politie op de desbetreffende avond van 9 april 1944. Tijdens de oorlog had Otto Frank het bedrijf uit handen moeten geven. De zin zet een mens wel aan het denken.  

Het is één van de mogelijke scenario’s. Eén van de vele, mogelijke scenario’s, die eigenlijk onder het kopje ‘onbekende omstander’ vallen. 

Al met al. Toen ik jaren geleden hoorde van de poging van het coldcase-team om de verrader van Anne Frank op te sporen, was ik redelijk enthousiast. Enthousiaster zelfs dan menigeen. Er zijn zo ontzettend veel gegevens te vinden, in kranten, in de politiearchieven. Wie die aan elkaar koppelt, kan een heel nauwgezet beeld van de stad ontwikkelen en daar menige geschiedenis (zeker niet alleen die van Anne Frank) mee verhelderen.

Maar mijn conclusie over het onderzoek luidt inmiddels: AI zonder tussenkomst van HI is niets.

Ik moet, ga, het hierbij laten. Ik zal me moeten beheersen, want terwijl ik het boek, met het oog op dit blog, nog eens doornam, werd ik voortdurend door twijfel overvallen. En soms ook door een heel zeker weten: dit klopt in ieder geval niét. Maar ik kan, zal, niet bezig blijven - en dat is in opdracht van mijn eigen HI.

vrijdag 18 februari 2022

Dat kan toch niet waar zijn?

De blogberichten volgen elkaar op, aanvulling volgt op aanvulling. En onder mijn berichten ligt nog steeds verbijstering. Verbijstering die steeds opnieuw gevoed wordt. Verbijstering, omdat het hier gaat om een bepaald soort vertrouwen dat je wilt hebben. Als burger. In mensen die zichzelf als experts aanduiden. In een uitgeverij die een boek zo groots uitrolt. Media, die het boek van tevoren, weliswaar niet lang van tevoren en zonder raadpleging van derden, mogen lezen.

Ik plaats deze aanvulling, omdat de mutatie omtrent de NSB-vrouw, waar ik eerder zo naarstig naar had gezocht maar die ik niet had gevonden, mij door onderzoeker Gertjan Broek van de Anne Frank Stichting, naar wie ik enkele vragen en ideeën had gestuurd, inmiddels is toegezonden. Ik doel hier op de NSB-vrouw die naar huis gestuurd werd om redenen waarnaar de coldcase-onderzoekers hadden zitten gissen. Ze had waarschijnlijk geen kwaad in de zin gehad, was de redenatie geweest. Of anders, ja, de oorlog was al bijna klaar, dus wie had er in de zomer van 1944 nog zin om zich met de kant van de bezetter te verbinden?

Ik zag de mutatie en wist: deze heb ik al gezien. Vrouw, aangehouden op 3 augustus, om 22.10 uur. Maar .... ik had bedacht dat deze vrouw niet bedoeld kon zijn. Want: de reden waarom de vrouw werd heengezonden staat gewoon in de mutatie vermeld. "Daar zij kleine kinderen thuis heeft wordt zij na betaling van de boete heengezonden." In dat geval maakte de politie inderdaad een uitzondering op de regel. 

De reden van heenzending stond dus gewoon beschreven. Daar hoefden de onderzoekers helemaal niet naar te gissen. 

Het roept, opnieuw, de vraag op, als het al niet een antwoord op die vraag is, of de onderzoekers de dagrapporten van de Amsterdamse politie wel structureel doorgenomen hebben. 

Dan zouden we te maken hebben met een coldcase-team, onder leiding van een voormalig FBI-man, dat "uitdrukkelijk niet voor een historisch wetenschappelijke benadering [koos], maar een opsporingsbenadering" (ik citeer hier de woorden van de leiders van het team, op hun website, geschreven op 3 februari 2022) en de dagrapporten van de politie niet structureel in het onderzoek meeneemt?

Een aantal jaar geleden had ik geen sjoege van de dagrapporten van de Amsterdamse politie. Had ik de onderzoekers spoorslags geloofd als ze gezegd hadden dat de spertijd om 20 uur begon en misschien ook wel dat de politie na overtreding van de spertijd een vrouw naar huis stuurde omdat er geen gevaar van te duchten viel (hoewel, het was oorlog, het is wel een vreemde redenering). 

Erger. Ik had meer moeite gehad met het verzet tegen de uitkomsten van het onderzoek. Waarom zo fel, had ik wellicht gedacht. Waarschijnlijk had ik het boek niet meteen gekocht, a la, kost geld, is kennelijk niet zo goed en nou ja, de onderzoekers baseren hun conclusies toch wel érgens op? Het zijn toch experts? 

Maar als je het boek goed leest, zie je dat alleen een anoniem briefje, dat al bekend was, de concrete basis vormt onder de uiteindelijke uitkomst van het onderzoek. De rest is aan elkaar gepraat. Van horen zeggen. Waarbij sommige bronnen lijken te zijn gedeleted (de belangrijkste daarvan is de bron die naar de onderduik van Van den Bergh verwijst).

Ik moet eerlijk bekennen: ik heb de uitgeverij er al een brief over gestuurd. Ik heb er nooit antwoord op gehad. Dat had ik ook niet verwacht. A la, komt er ook nog eens een socioloog aankakken met haar visie, we hebben het druk genoeg. 

Dat laatste is vast heel erg waar en het eerste: ik heb veel aan zelfstudie gedaan. De Jodenvervolging in Amsterdam gedurende met name 1940-1943 ken ik daardoor bijna uit mijn hoofd. Sociologen weten uit zichzelf niet veel (sorry, vak-/lotgenoten, maar het is waar, en zelfs dat weten we niet allemaal). 

Officieel weet ik er echter niets van en je mag er toch op vertrouwen dat mensen die voortdurend naar zichzelf verwijzen als zijnde experts en verkondigen dat zij met grootse methoden het beschikbare archiefmateriaal aanpakken dit wel doen.  

Ik denk dat het tijd wordt om de uitgeverij opnieuw aan te schrijven. Of misschien moet ik direct de onderzoekers benaderen.

Dit keer stuur ik een anonieme brief. 

Die wordt tenminste serieus genomen. 



  













donderdag 3 februari 2022

De overbuurjongen van Anne Frank

Een aanvulling op mijn vorige blogbericht. Hierin was o.a. sprake van een vrouwelijk NSB-lid, dat op de vooravond van de ontdekking van de onderduikers in het Achterhuis was opgepakt vanwege een overtreding van de spertijd.

Ik heb mij intussen wild gezocht in de verslagen van alle wijkbureaus van de politie in Amsterdam. Ik heb haar niet gevonden. Dat betekent helemaal niets: veel oorspronkelijke verslagen uit 1944 zijn teloorgegaan. De jaren ervoor zijn over het algemeen een stuk beter bewaard gebleven. Daarnaast is de orde in 1944 vaak zoek: je zoekt je een ongeluk naar bepaalde data (als ik een beetje chagrijnig overkom, dan spijt me dat: het komt door de opwindende aard van de zoekklus). En omdat de naam van de vrouw niet bekend is gemaakt, kan ik de machine van het Stadsarchief niet voor mij laten zoeken.

Op zich is dit niet zo belangrijk, ze komt immers voor op de door het onderzoeksteam aangehaalde bron (een door mij, online, overigens evenmin gevonden incidentenverslag van 8 maart 1944, een datering die ik niet geheel begrijp, maar ja, dat is dan maar zo, of zo). Ze zal hoe dan ook niet verzonnen zijn. Mijn kritiek gaat uit naar wat er met de vondst gedaan is. Dat wil zeggen: weinig en op onlogische gronden. 

Maar. Tijdens mijn speurtocht kwam ik wél de directe overbuurjongen van Anne Frank tegen. Er zit niet meer dan een gracht tussen zijn huis en het Achterhuis. De panden liggen werkelijk pal tegenover elkaar. Volgens Google Maps moet je, als je de gracht niet over wilt zwemmen, 230 meter, in de vorm van een U, fietsen om van het ene huis naar het andere te komen.

In de stapel literatuur die ik over het verraad van Anne Frank gelezen heb, komt de naam van de overbuurjongen niet voor.

De overbuurjongen werd, net als de NSB-vrouw, op de avond voor de oppakactie in het Achterhuis, dus op 3 augustus 1944, gearresteerd. Dit in verband met diefstal. Later op de avond werd hij door de H.I.R. heengezonden en door zijn vader opgehaald. 

En, wat ik maar zeggen wil. Misschien hebben de jongen of zijn vader wel iets geroepen in de trant van: "Wat nou mij/die arme jongen arresteren voor diefstal! Zorg eerst maar eens dat je je zaakjes op orde hebt en die Joden van de overkant oppakt!" 

Ik geef toe, dit scenario is simpel. Net als het in het boek van Sullivan beschreven scenario rondom het vrouwelijk NSB-lid.

Beide scenario's zijn echter niet uit te sluiten. Dat is de andere overeenkomst. Ze scoren eenvoudigweg punten op het door het coldcase-team gehanteerde schema: gelegenheid, kennis, motief (in een goed blaadje willen komen bij het gezag, in beide gevallen, dan wel een, eerder ongemotiveerd, de mond voorbijpraten). 

Aanvulling op 13 februari 2022: de vraag is of het coldcase-team de mutatie over de overbuurjongen heeft gezien. Er wordt geen enkele melding van gemaakt in het boek. Scenario 1: nee. Dat zou ronduit knullig zijn. Scenario 2: ja. In dat geval snapt het team niets van de spertijd en denkt het dat een vader om 21 uur prima zijn zoon van het politiebureau kan ophalen, terwijl de spertijd om 20 uur ingaat. Maar...: de spertijd ging op 3 augustus 1944 helemaal niet om 20 uur in, zoals het boek vermeldt. Dat zie je onmiddellijk als je de politierapporten van begin augustus bekijkt. Er wordt helemaal niemand tussen 20 en 22 uur aangehouden. Dat is erg gek, met een spertijd die start om 20 uur. En met 'erg gek' bedoel ik, voor de goede orde: bestaat niet. Ik heb er even goed naar moeten zoeken, om mijn vermoeden officieel bevestigd te zien, maar de spertijd is volgens mijn informatie, die ik uiteindelijk via Delpher, o.a. gehaald heb uit Keesings Historisch Archief, om 22 uur ingegaan, op 3 augustus 1944. Waarmee scenario 3 ontstaat: ja, wel gezien, maar verder overal blind voor geweest. Dat is vrij moeilijk voor te stellen. Waardoor scenario 1 weer in beeld komt.

Niet te (ver)filmen.


Naschrift: voor wie dit leest en de info wil checken, mail me even. Ik ben niet zo van het droppen van namen en in dit geval heeft dat bovendien weinig zin, omdat het Stadsarchief geen verwijzingen openzet naar personen die minder dan 100 jaar geleden geboren zijn en die in theorie nog in leven zouden kunnen zijn. Je kunt natuurlijk ook zelf zoeken :)