Eerder op dit blog verschenen:

donderdag 8 september 2022

AI avant la lettre

 “Koop toch een Zwarte Soldaat! Of anders een Nationaal Dagblad! Alsjeblieft, doe het!” Dat zou ik verzetswerkers uit 1940 en 1941 wel toe willen schreeuwen. Als dat tot de mogelijkheden zou behoren (en ik, mét die mogelijkheden, geen andere, zeg grotere dingen zou willen doen). Verzetswerkers in spe of in actie overigens, want zoveel verzet was er aan het begin van de oorlog nog niet.

De Zwarte Soldaat was het blad van de Weerbaarheidsafdeling (WA) van de NSB. Het Nationaal Dagblad was de krant van de NSB, die tijdens het eerste deel van haar bestaan door Rost van Tonningen werd geleid. Dus of mijn advies serieus genomen zou worden of als op enige wijze aantrekkelijk zou worden beschouwd is nog maar zeer de vraag.  

Het zou me niet om de artikelen te doen geweest zijn. Nee. In deze bladen, die allebei door een ‘hoofdopsteller’ werden geleid, stonden, zoals natuurlijk in elk tijdschrift, advertenties. En bij die advertenties stonden – niét zoals in elk blad, Volk en Vaderland was er bijvoorbeeld veel minder scheutig mee – adressen. Dikwijls volledige namen en adressen van mensen die de nationaalsocialistische zaak zeer waren toegenegen.

Eén van die adressen bevond zich aan de Bloemgracht. Niet aan het begin ervan, het deel waarop het bedrijf van Otto Frank uitkeek, maar aan het einde. Op een minuutje lopen vanaf het NSB-Kringhuis, dat ook al aan de Bloemgracht lag. In de ‘Zomermaand’ van 1941, op een dag waarop volgens de voorpagina van het Nationaal Dagblad “de stormklok dreun[de]”, zocht de bewoner van dit adres een pension in een bosrijke omgeving. Bij NSB-ers.

Begin 1945 werd er in diverse verzetsbladen indringend voor hem gewaarschuwd: zijn naam was genoemd in een uitzending van Radio Oranje, in een programma dat gewijd was aan de Gestapo.

Anne Frank was tegen die tijd nog maar nauwelijks in leven en een link met haar lot is niet te leggen. Maar dat het een roerige boel was aan de Bloemgracht is voor lezers van de Zwarte Soldaat en het Nationaal Dagblad, uit welk tijdperk dan ook afkomstig, helder.

Ik weet dit allemaal, of althans, kan deze informatie uit een eerder door mij aangelegde Excel-file opvissen, omdat ik een paar jaar terug hoopte meer te ontdekken over het lot van mijn naamgenoot en mede-Zeeuw Ko Stevense: een verzetswerker die aan het einde van de oorlog bij zijn woning aan de Bloemgracht werd doodgeschoten. In mijn achterhoofd had ik ondertussen Anne Frank. En ik vond de Bloemgracht, met al haar welig tierende nationaalsocialisme, zo opvallend dat ik ook ben gaan uitzoeken wie er allemaal aan de Leliegracht, ook al zo dichtbij het Achterhuis gelegen, woonde. (Ook daar zat een, op zijn minst, nogal interessant adres. Daarnaar heb ik nog geen nader onderzoek verricht.)

Over Ko Stevense heb ik niks nieuws ontdekt.