donderdag 3 februari 2022

De overbuurjongen van Anne Frank

Een aanvulling op mijn vorige blogbericht. Hierin was o.a. sprake van een vrouwelijk NSB-lid, dat op de vooravond van de ontdekking van de onderduikers in het Achterhuis was opgepakt vanwege een overtreding van de spertijd.

Ik heb mij intussen wild gezocht in de verslagen van alle wijkbureaus van de politie in Amsterdam. Ik heb haar niet gevonden. Dat betekent helemaal niets: veel oorspronkelijke verslagen uit 1944 zijn teloorgegaan. De jaren ervoor zijn over het algemeen een stuk beter bewaard gebleven. Daarnaast is de orde in 1944 vaak zoek: je zoekt je een ongeluk naar bepaalde data (als ik een beetje chagrijnig overkom, dan spijt me dat: het komt door de opwindende aard van de zoekklus). En omdat de naam van de vrouw niet bekend is gemaakt, kan ik de machine van het Stadsarchief niet voor mij laten zoeken.

Op zich is dit niet zo belangrijk, ze komt immers voor op de door het onderzoeksteam aangehaalde bron (een door mij, online, overigens evenmin gevonden incidentenverslag van 8 maart 1944, een datering die ik niet geheel begrijp, maar ja, dat is dan maar zo, of zo). Ze zal hoe dan ook niet verzonnen zijn. Mijn kritiek gaat uit naar wat er met de vondst gedaan is. Dat wil zeggen: weinig en op onlogische gronden. 

Maar. Tijdens mijn speurtocht kwam ik wél de directe overbuurjongen van Anne Frank tegen. Er zit niet meer dan een gracht tussen zijn huis en het Achterhuis. De panden liggen werkelijk pal tegenover elkaar. Volgens Google Maps moet je, als je de gracht niet over wilt zwemmen, 230 meter, in de vorm van een U, fietsen om van het ene huis naar het andere te komen.

In de stapel literatuur die ik over het verraad van Anne Frank gelezen heb, komt de naam van de overbuurjongen niet voor.

De overbuurjongen werd, net als de NSB-vrouw, op de avond voor de oppakactie in het Achterhuis, dus op 3 augustus 1944, gearresteerd. Dit in verband met diefstal. Later op de avond werd hij door de H.I.R. heengezonden en door zijn vader opgehaald. 

En, wat ik maar zeggen wil. Misschien hebben de jongen of zijn vader wel iets geroepen in de trant van: "Wat nou mij/die arme jongen arresteren voor diefstal! Zorg eerst maar eens dat je je zaakjes op orde hebt en die Joden van de overkant oppakt!" 

Ik geef toe, dit scenario is simpel. Net als het in het boek van Sullivan beschreven scenario rondom het vrouwelijk NSB-lid.

Beide scenario's zijn echter niet uit te sluiten. Dat is de andere overeenkomst. Ze scoren eenvoudigweg punten op het door het coldcase-team gehanteerde schema: gelegenheid, kennis, motief (in een goed blaadje willen komen bij het gezag, in beide gevallen, dan wel een, eerder ongemotiveerd, de mond voorbijpraten). 

Aanvulling op 13 februari 2022: de vraag is of het coldcase-team de mutatie over de overbuurjongen heeft gezien. Er wordt geen enkele melding van gemaakt in het boek. Scenario 1: nee. Dat zou ronduit knullig zijn. Scenario 2: ja. In dat geval snapt het team niets van de spertijd en denkt het dat een vader om 21 uur prima zijn zoon van het politiebureau kan ophalen, terwijl de spertijd om 20 uur ingaat. Maar...: de spertijd ging op 3 augustus 1944 helemaal niet om 20 uur in, zoals het boek vermeldt. Dat zie je onmiddellijk als je de politierapporten van begin augustus bekijkt. Er wordt helemaal niemand tussen 20 en 22 uur aangehouden. Dat is erg gek, met een spertijd die start om 20 uur. En met 'erg gek' bedoel ik, voor de goede orde: bestaat niet. Ik heb er even goed naar moeten zoeken, om mijn vermoeden officieel bevestigd te zien, maar de spertijd is volgens mijn informatie, die ik uiteindelijk via Delpher, o.a. gehaald heb uit Keesings Historisch Archief, om 22 uur ingegaan, op 3 augustus 1944. Waarmee scenario 3 ontstaat: ja, wel gezien, maar verder overal blind voor geweest. Dat is vrij moeilijk voor te stellen. Waardoor scenario 1 weer in beeld komt.

Niet te (ver)filmen.


Naschrift: voor wie dit leest en de info wil checken, mail me even. Ik ben niet zo van het droppen van namen en in dit geval heeft dat bovendien weinig zin, omdat het Stadsarchief geen verwijzingen openzet naar personen die minder dan 100 jaar geleden geboren zijn en die in theorie nog in leven zouden kunnen zijn. Je kunt natuurlijk ook zelf zoeken :)