Eerder op dit blog verschenen:

zondag 7 januari 2018

Een kritische fietsendief

De fiets is een mooie uitvinding. De meeste mensen willen er graag een hebben. Daarom is het handig om er een goed slot op te zetten.

Ook in de oorlog werden regelmatig fietsen gestolen. Zelfs als ze in de loop der tijd van houten banden moesten worden voorzien. De agenten van politie, die de aangiftes van de gestolen fietsen, ´rijwielen´, moesten verwerken, hadden er hun handen aan vol. In het jaar 1942 bijvoorbeeld kwamen er alleen al op het wijkbureau Pieter Aertzstraat, in Amsterdam-Zuid, per dag gemiddeld ruim vijf aangiftes van gestolen fietsen (bakfietsen meegerekend) binnen. De fiets van Anne Frank zat daartussen. Twaalf jaar was ze, toen ze aangifte kwam doen.

Een enkele keer werd een fiets na aangifte van diefstal teruggevonden. Er bleek dan niet altijd sprake van een misdrijf te zijn geweest: de fiets was (uit)geleend of toch ergens anders neergezet dan gedacht. 

Eind november 1942 kon de politie de eigenares van een fiets blij maken. De dief had deze namelijk voor Bureau Singel neergezet en er een briefje aan bevestigd waarop stond dat de fiets van de Ceintuurbaan af gestolen was. Tevens deelde hij (of zij) mee dat de banden te slecht bevonden waren.

Misschien was de eigenares blijer met de teruggave van de japon die nog in één van de zijtassen bleek te zitten.